Kakelpraat: Gewenst en ongewenst broeds
Je komt het kippenhok binnen en in eerste instantie denk je dat je te maken hebt met een zieke kip. De hen zit op de grond en bij benadering spreidt ze haar vleugels, ze lijkt zich op te blazen en maakt een grommend geluid. Je wilt haar oppakken om haar te controleren maar daar is mevrouw absoluut niet van gediend, ze klaagt nog harder en pikt agressief naar je hand. Deze kip is alles behalve ziek, ze is gewoon broeds.
Broedsheid is het natuurlijke instinct van kippen om eieren uit te broeden en zo het nageslacht veilig te stellen. Deze broedsheid wordt aangewakkerd door hormonen, met name het hormoon prolactine, en komt vooral voor als de dagen langer en warmer worden, vanaf het voorjaar dus.
Nu is er niets mooier dan zo’n broedse hen ook daadwerkelijk eieren uit te laten broeden om haar vervolgens met een toompje kuikentjes over het erf te zien scharrelen. Echter, niet elke hobbykippenhouder zit te wachten op kuikens en wil eigenlijk de broedsheid zo snel mogelijk beëindigen. In deze kakelpraat gaan verder in op de broedsheid wanneer deze ongewenst is. Ongewenst omdat je geen kuikens wil of omdat je jouw kip wilt sparen. Broedsheid is een enorme belasting voor de hen; ze eet nog nauwelijks, verlaat het nest slechts af en toe om te mesten en is tevens een makkelijke prooi voor bijvoorbeeld bloedluizen. Ze offert zich volledig op om ervoor te zorgen dat er na 21 dagen gezonde kuikens uitkomen. Daarom is het extra sneu als ze op onbevruchte, of zelfs helemaal niet op, eieren zit.
Ongewenste broedsheid is deels al te voorkomen door de juiste rassenkeuze. Legkippen, de zgn hybrides, maar ook traditionele kippenrassen die van oudsher voor de productie van eieren werden gefokt zoals leghorns, barnevelders en welsummers, worden niet of nauwelijks broeds. Voor legkippen is broedsheid immers ongewenst omdat de productie stopt. Daarentegen zijn er ook (cultuur-)rassen die juist bovengemiddeld vaak broeds worden, denk aan zijdehoenders, cochins en brahma’s. Bij de meeste populaire hobbykiprassen komt regelmatig broedsheid voor en kan dus ongewenst zijn. Er zijn meerdere methodes om deze broedsheid te onderbreken zodat de hen weer ‘broeds-af’ is. Om deze methodes te begrijpen en zo effectief mogelijk toe te passen moeten we eerst weten wat de broedsheid stimuleert en waar de broedse hen behoefte aan heeft om vervolgens deze behoeftes juist tegen te werken.
Op het langer en warmer worden van de dagen hebben we geen invloed maar wel op de omstandigheden waarin de kippen gehouden worden. Veel eieren in de legnesten en goed geplaatste legnesten (op een rustige donkere plek) met goed bodemstrooisel bevorderen de broedsheid. Het broeds-af maken begint dan ook met het weghalen van de eieren en het steeds weer verwijderen van de broedse hen uit het legnest of het (tijdelijk) afsluiten van het legnest.
Helaas is dit in de meeste gevallen niet afdoende en moeten we drastischere maatregelen nemen. Vroeger werden broedse hennen in een kooi of jute zak in de boom gehangen of werd de hen regelmatig met haar onderkant in (ijs-)koud water gedompeld, welleswaar effectief maar in het kader van welzijn, niet meer van deze tijd.
Als de broedsheid nog maar net begonnen is werkt het plaatsen van de hen in een (honden-)bench, zonder bodem en zonder strooisel op een kale (beton) vloer op een lichte luchtige plek. Hoe eerder deze methode ingezet wordt hoe effectiever hij is. We geven de hen in ieder geval water en na twee dagen wat normaal kippenvoer. Ook is een (zit-)stok in de bench aan te raden, als ze daar gebruik van wil maken dan wordt haar onderkant extra ‘belucht’. Na enkele dagen zal de hen wat rond gaan lopen en daarmee zal ze broeds-af zijn.
Wanneer ze weer eieren gaat leggen is ook afhankelijk van het feit of je er op tijd bij was; een hen die nog maar net broeds was kan na een week al weer gaan leggen.
Hans Krudde
(Over gewenste broedsheid en de verzorging van een broedse hen meer in de volgende kakelpraat)